top of page

Over zwanen

Foto van schrijver: Ignace TangheIgnace Tanghe

Bijgewerkt op: 5 feb 2024

De bel gaat en de school loopt leeg wanneer ik nog eens bij Ann, onze zorgco en boekenjuf, binnenloop. “Hier”, zegt ze terwijl ze me een boek in de handen duwt. “Misschien is dat iets voor het ‘OST’ van maandag.”

Het onderwijs is een mikado van afkortingen die niet zelden tot spraakverwarring leidt. OST staat voor ‘Overleg SchoolTeam’.  Op het OST werkt iedereen samen aan klasoverstijgende zaken. Op de bewuste OST waar Ann op doelt, gaan we werken rond collegiale principes. Het gaat om het expliciteren van een leidraad die weergeeft hoe collega’s van het Kinderlandteam met elkaar omgaan. We willen het in een tiental zinnen vastspijkeren zodat iedereen direct kan zien hoe wij samenwerken. Het doet een beetje denken aan het spreuktegeltje dat bij grootmoeder zaliger boven de schouw hing: ‘Andere huizen, andere zeden.’ We willen het hebben over ‘onze zeden’.  Collegiale principes vormen de bakstenen van het huis waar je kan schuilen en waar je je kan warmen als het buiten stormt. De afgesproken omgangsvormen en streefdoelen zorgen ervoor dat je van een groep mensen die werkt voor Don Bosco een salesiaanse familie maakt. In een volgende Sprokkels meer hierover.


Terug naar het boek-van-Ann. Ik doorblader het snel en zie direct dat het een schot in de roos is. Het gaat om ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ van Charley Mackesy. Ik had er nog nooit van gehoord maar het blijkt zelfs een hit op sociale media. Hapklare zinsneden die zonder veel weerstand duiken naar een diepere betekenis. Mijn aandacht wordt getrokken door een tekening waarbij een jongen en een mol op de rug van een paard zitten. Ze kijken naar een sierlijk voorbijglijdende zwaan op een meer. “Hoe krijgen ze het voor elkaar er zo kalm en perfect uit te zien?”  vroeg de jongen. “Onder de oppervlakte wordt er ondertussen razend druk gepeddeld,” zei het paard. Ik zie het zo voor mij. Meer nog, ik ken gewoon heel wat menselijke zwanen die ogenschijnlijk perfect door het leven glijden. De eerste indruk die zulke zwanen op je maken is er eentje van minderwaardigheid gekruid door een appèl om het te evenaren. Het nodigt uit tot een lichte vorm van competitiviteit zoals wanneer je baantjes trekt in een zwembad en je altijd degene voor je wil inhalen. Zwaan zijn, is energieverslindend. Ze moeten zich rot peddelen om wat boven water steekt er perfect te laten uitzien. Energiebronnen zijn echter niet oneindig. Zwanen branden zichzelf op omdat ze het in zich hebben om sierlijk te zijn. Onze meren zitten er vol van.


Waar komt die drang naar zwaan-zijn vandaan? Mark Zuckerberg (CEO van Meta, het bedrijf achter Facebook en Instagram) moest zich deze week verantwoorden voor de Amerikaanse senaat. Ze beschuldigen hem ervan te weinig bescherming te bieden aan jongeren op sociale media. Mensen tonen voortdurend aan elkaar hun perfecte leven zodat we het gevoel krijgen dat ons eigen leven miserabel is. Het geeft dat eerder beschreven gevoel van minderwaardigheid. Sociaal functionerende wezens zoals mensen kunnen hier heel moeilijk mee om. Jongeren zijn extra kwetsbaar voor een leven dat ‘Instagramable’ is. Ze nemen het onbewust over als norm. Ze peddelen zich op den duur leeg. We leven ook in een meritocratie waarbij mensen voortdurend het gevoel hebben dat resultaten gelinkt worden aan eigen inspanning. Falen wordt op die manier omgezet in schuldgevoel ten opzichte van zichzelf. Je bent er uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor. Meritocratie schept kansen maar deelt de samenleving ook in categorieën in van winnaars en verliezers. ‘Loser,’ is een veelgebruikt verwijtwoord op speelplaatsen in Vlaanderen. Dit inzicht komt van Paul Verhaeghe (hoogleraar klinische psychologie). Die twee zaken zijn motoren van de zwanen-fabriek.


Als opvoedingsgemeenschap moeten we ons hiervan bewust zijn. Kinderen moeten leren weerbaar en veerkrachtig zijn. Opvoeden is hen ook leren omgaan met het gevoel van frustratie. Nee-zeggen is belangrijk. Verliezen is waardevol. Falen is niet erg, het doet groeien. “Ik kan het NOG niet.”

Carol Dweck (professor psychologie aan Stanford University) spreekt over het ontbreken van een groei-mindset. Het valt me overigens ook altijd op dat zwanen nooit op sterk stromend water zwemmen. Ze vermijden op die manier de echte uitdagingen en missen een groot stuk van het plezier in het leven.

Perfect-zijn bestaat niet en is saai. Een kunstwerk stijgt enkel maar in waarde met het craquelé op het doek of de patine op het hout. Het zijn allemaal zaken die we weten, maar die vandaag in de duisternis naast de maatschappelijke spotlights staan.


Ik ga die avond naar huis met het boek onder de arm. Ik kan de slaap iets moeilijker vatten dan anders. Het belooft een boeiend OST (Overleg SchoolTeam) te worden. Misschien moeten we een stop-knop inbouwen op het zwaan-zijn naar elkaar toe. Mijn gedachten beginnen zich te mengen met beelden van een mistig meer met in de verte twee witte sierlijk glijdende stippen.

Ik droom weg, roeiend in mijn aftandse boot met veel gespetter, want dat is plezant.


Slaap zacht.


Werken aan collegiale principes.



60 weergaven0 opmerkingen

Commentaires


bottom of page