Snel spring ik aan de kant. Met een rotvaart zoeft een kleuter voorbij op zijn loopfiets. Ik zie nog net een grote lach op zijn gezicht. Hij heeft me niet gezien. Daarachter stapt een kleuter met een fietsje tussen de benen voorbij. Ze durft nog niet zitten op het zadel. Juf Els zorgde voor loopfietsjes zodat de kleuters kunnen leren fietsen. Het is er de tijd van het jaar voor. Eerst wennen, dan stappen, stappen en zitten, snelheid maken en als laatste de voetjes van de grond en balanceren. Het leerpad is uitdagend maar plezant. Na een paar dagen verkeersonveiligheid voor mijn bureau zie ik evolutie. De gemiddelde slakkengang is veranderd in hazendraf. Ik moet nu dubbel voorzichtig zijn.
Leren fietsen is niet alleen motorisch groeien, het is ook een oefening in vertrouwen. Evenwicht op twee wielen ontstaat maar als je snelheid hebt en laat het nu net die snelheid zijn die afschrikt. Tegenover vertrouwen staat angst. Wijdbeens stappend het rondje met de fiets volbrengen, getuigt van schrik. Wie bang is, zoekt controle. Wie loslaat leert fietsen.
Deze week stond in de ‘Knack’ een column van theatermaakster Martha Balthazar (dochter van…) over ‘Anxiety’ bij jongeren. Veel jongeren lopen rusteloos rond in al hun comfort, schrijft ze. Jongeren geven het een naam terwijl ouderen erover zwijgen en vervallen in burn-out of verzuring. We lijden er collectief aan. We moeten leren spreken over dit publiek geheim: angst, aldus Martha Balthazar. Is het overdreven?
Als je de oorzaak niet direct ziet, kijk dan naar de gevolgen. Zijn er symptomen zoals verkrampende controlemechanismen in onze samenleving binnengeslopen?
Angstige leidinggevenden zoeken controle in macht. Er gaat alvast geen week voorbij of er passeren berichten in de media van CEO’s, directieleden…die zich bedienen van toxisch leiderschap. Afblaffen, emotioneel chanteren, verdeel-en-heers zijn uitingen van een diepe onzekerheid. De oorzaak wordt veelal gezocht in prestatiedruk en torenhoge maatschappelijke verwachtingen van die mensen. Dat kan een context zijn, maar vooral de diepgewortelde faalangst doet leiders kiezen voor ontbindende ecosystemen op de werkvloer in plaats van verbindende. Wie macht nastreeft, zoekt controle.
Er bestaat ook een economisch mechanisme dat ervoor zorgt dat inkomensongelijkheid in de maatschappij toeneemt. Volgens econoom Piketty omdat het nettorendement van vermogens groter is dan de gemiddelde economische groei. Rijken worden rijker, armen blijven achter. Volgens Statbel heeft 18,6% van de Belgen een risicoprofiel op armoede en/of sociale uitsluiting. Het wordt pas echt ranzig wanneer woorden als ‘graaiflatie’ opduiken in de media. Vooral dat laatste is een uitwaseming van hebzucht. Het goed hebben, maar altijd meer willen is een controlemechanisme dat antwoord geeft op de mogelijkheid van verlies.
Ik kan zo nog een tijdje zaken opsommen: verlies van privacy ten voordele van veiligheid, klimaatontkenning, polarisering van meningen, beknotten van vrije meningsuiting, homofobie… Het is maar een greep uit de vele maatschappelijke thema’s die onze media dagelijks brengen.
Angst en controle tegenover vertrouwen en loslaten. Het zit zelfs biologisch ingebakken. We zijn kuddedieren en het is eigen aan een kudde om de ander te volgen. Het volgen is gebaseerd op angst. Wanneer er ook maar een vermoeden is van gevaar, lopen we in groep weg van het een naar het ander. Het is de kunst om in het midden van de kudde te blijven want een roofdier grijpt de zwakken aan de rand. Dit mechanisme is maatschappelijk gesublimeerd in macht, hebzucht, eerzucht.
Daartegenover staat loslaten in vertrouwen. Iedere ouder die een kindje leerde fietsen, weet het als geen ander. Iemand leren fietsen gaat meer over vertrouwen en loslaten dan over de motorische vaardigheden die je moet bijbrengen. Bijna altijd zie je hetzelfde tafereel waarbij een ouder zegt tegen het kindje: “Ga maar, ik heb je vast…” of “Ga maar, je kan het, ik loop met je mee.” Zulke zaken geven vertrouwen. Ga maar, doe maar…ik ben er voor je. Het is een gedachte die je vindt bij het godsbeeld van de joden in de woestijn. Jahwe. Ga maar, ik zal wel zorgen voor je. Heb vertrouwen. God is hier een zorgende vader. Het is ook Don Bosco niet vreemd. Hij noemde het ‘de voorzienigheid’. Mocht Don Bosco angstig voor controle hebben gekozen, dan bestond onze school niet. Hij nam risico’s maar vertrouwde erop dat het goed kwam. Zijn vertrouwen vond hij in zijn geloof.
Vandaag is dat geen evidente boodschap. Geloof. Toch doen weer verschillende eerstejaars hun eerste communie de komende week. Een feest van leren vertrouwen, zeg maar.
Het hoeft ook niet vanuit een christelijk standpunt te komen. We hebben een grote taak in het (opnieuw) leren vertrouwen van de anderen. Boeken zoals ‘De meeste mensen deugen.’ van Ruther Bregman en ‘Altruïsme’ van de Mathieu Ricard helpen daarbij. Elke dag opnieuw kunnen we kiezen tussen angst en vertrouwen-dat-het-goed-komt.
Binnenkort is er op school inspectie. De doorlichting laat niemand in de leraarskamer onberoerd. Ook hier voel ik collega’s evenwicht zoeken tussen angst en loslaten. We zijn een Don Boscoschool. Net zoals Don Bosco zelf durf ik kiezen voor vertrouwen. Het komt wel goed met die doorlichting. Er wordt voor ons gezorgd. Dat neemt wel niet weg dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen. De inspectie zal leiden tot werkpunten. Het zullen wegwijzers zijn die onze school alleen maar sterker maken. Laat onze kritische vrienden maar komen, ze zijn van harte welkom. We gaan ervoor. Je zal zien…het komt goed.
En nu…de voetjes van de grond.
Zie je wel…
Je kan het, ik laat je los.
Comments